Afgelopen weekend was “Extinction”. Een Lovecraftiaans horrorevent gesitueerd in 1927, georganiseerd door Evolution Events. Je weet wel, die club die inmiddels het plebsniveau van de standaard fantasy cyclus ver achter zich heeft gelaten en alleen nog maar arty farty larpexperimenten uitvoert. En dat komt goed uit voor elitaire larpsnobs als mijzelf. Die ook nog eens een zwak heeft voor Mythos.
Het soort investigators dat hier bij hoort:
Deze en alle andere foto’s: Ork Fotografie.
Eerst maar het slechte nieuws: het is best lastig om een verhaal eng te maken dat zich afspeelt in 1927 en gaat over exotisch gevaar dat je niet kunt physreppen omdat het zo groots en wereldbedreigend is dat iedere vorm van daadwerkelijke afbeelding tegen gaat vallen. En wat mij betreft is EE dan ook niet geslaagd in dit deel van het weekend. Ik heb welliswaar niet alle bijbehorende horrorscenes meegekregen, maar de overall vibe heb ik niet gevoeld. Jammer.
Aan de andere kant bestond minder dan de helft van de speeltijd uit daadwerkelijk roleplay in 1927. (Hoewel dat ons toch zo beloofd was! ;) Vlak voor tijd-in kregen we een enveloppe met last-minute instructies. Zoals: “Je speelt nog even niet je voorbereide character in 1927, maar dit nieuwe personage. Dat zich bevindt in 2011. In een gekkenhuis. Go!”

En nog los van het horror aspect werd het op vrijdagavond al heel snel heel erg fraai. De gekkenhuis sfeer kwam byzonder snel en overtuigend tot leven, mede dankzij de mooie locatie Buitencentrum-Wilhelminaoord, simpele maar effectieve props en sterke NPCs. Ook het OC “waar ben ik nu weer in beland” gevoel droeg bij aan de IC setting.

Na wat sfeerbevorderende groepstherapie en random gekeuvel met medepatienten werd ik betrokken bij de complottheorie en al snel waren we bewakers aan het dodgen om ongestoord te kunnen overleggen en plannen te maken. We moesten ‘het archief’ vinden waarin het bewijs was te vinden. Maar voordat we daar aan konden beginnen, werden we gestoord door het eerste horror-effect van de afond: een smerig buitenaards bloedzuigerding dat verscheen naast een pentagram van blauwgroen slijm. De hysterische “Wat de fuck, Wat De FUCK!” van Ivo schallen nog steeds door mijn oren.

De avond eindigte voor mij in een hoogtepunt toen de initiele verkondiger van de complottheorie eenzaam was opgesloten in een cel en we blauw slijm op de schanieren van de deuren van die cel vonden. We hebben zelfs een bewaker zo ver gekregen dat Ivo mocht kijken of het goed ging, maar beiden keerden niet meer terug. Wat de Fuck! Maar in plaats van herrie te gaan schoppen, wisten mijn mede complottheoristen me ervan te overtuigen dat we ons even gedeisd moesten houden om er niet als volgende aan te gaan. Met een geniaal naargeestig gevoel van machteloos en doem schikten we ons in de laatste groepstherapie van de avond: massa hypnose om door te dringen tot onze diepste herinneringen. Jawel: herinneringen uit een vorige leven, van 1927 om precies te zijn.

Op zaterdag begon dan eindelijk de larp met onze voorbereide poppetjes. En hoewel de horroraspecten me niet wisten te raken, beviel de 1927 deftige dames en heren sfeer me prima. Lekker stijf en formeel, een uitstekende afwisseling met andere larps. Leuke characters ook: PCs en NCPs tesamen.

Het 1927 gedeelte eindigte met een ritueel waarbij we de culties mee moesten helpen om een einde te maken aan onze personages. Of zo. Daarover straks meer. Niet zo’n succes in ieder geval, wat jammer is gezien de overduidelijke hoeveelheid moeite die in deze scene gestop was.

’s Avonds kwamen we weer terug in de lichamen van onze personages uit 2011 in het gekkenhuis. De artsen waren inderdaad culties, maar ze waren conveniently verslagen door ridders van Bast: leden van een geheime orde die streed tegen de culte die ons wilde offeren. In samenwerking met deze ridders verkenden we het gesticht en vonden uiteindelijk ‘het archief’. Daarin vonden we bewijs van alle boosaardige theorieen die eerder ter sprake waren gekomen. Een droge, clinische beschrijving van hoe een sekte bezig was om door de eeuwen heen een groep ‘uitverkorenen’ (lees: wij spelers) stelselmatig af te maken. Gaaf! Er was ook veel moeite gedaan om authentieke Cthulhu Mythos teksten en plaatjes te vervaardigen, leuk, maar als oude Mythos rot maakte dat op mij weer minder indruk dan de fraaie opsomming van de resultaten van de moorddadige culte tot nu toe.

De rest van de avond en nacht bestond uit een chaotisch rondrennen om puzzelstukjes te vergaren en bang gemaakt te worden. Mijn hoogtepunt was het moment dat iemand gewond raakte, en Suus en ik gehaast op weg gingen richting behandelkamer om daar de EHBO kit te plunderen. De kamer was bovenaan een trap, maar onderaan lag nog zo’n smerig buitenaards bloedzuigerding.
– Scary!
– Maar we moeten er langs om omhoog te komen!
– Toch niet… te eng! Grrrr en damn.
– Get it together, er is nog een andere trap omhoog.
Ok, wij snel die trap omhoogrennen, omlopen, uitkomen boven de bloedzuiger en dan nu snel omhoog naar de EHBO kamer, om…. Aaaargh!

Deze creep had ik echt even niet verwacht, en ik heb dan ook maar een glimps opgevangen voordat ik in blinde paniek in 0.4 seconden twee verdiepingen lager de trap af kwam stuiteren. (Ging ook maar net aan goed.) Suus schrok zo van mijn reactie dat ze eenmaal beneden aangekomen zich realiseerde dat ze ‘het enge’ helemaal niet gezien had. Win!
En daarmee was het officieel een goede horrorlarp geworden. Het gesticht was nu een plek van ‘expect the unexpected’ geworden. Niet echt Lovecraftiaans, maar wel eng. En daar gaat het om.

Het verhaal eindigte met een remake van cultie ritueel van 1927, maar nu waar we nu met hulp van de ridders van Bast de rollen om zouden draaien om de culties dood te maken. En zo geschiedde, oftewel: anticlimax. Die naadloos overging in een bizarre scene waar het plotsklaps weer 84 jaar later was, en de kleinkinderen van de culties ons omsingeld hadden met grote wapens. Dus. Tijd uit!
Tja, eerst maar even hoofdplot: het blijkt echt bijster taai om een plot te maken voor 25 spelers om dat spannend en horror achtig te maken. Lovecraftiaans horrorachtig. Het plot was in basis zeker Lovecraftiaans, maar ik vrees dat ik er niet in kon komen. En de ridders van Bast, gewapende strijders tegen het kwaad… oh zo nuttig om het plot voort te duwen, maar echt helemaal niet bevorderend voor het gevoel van machteloosheid.
En over de gimmic dat de spelers meewerken aan een ritueel waarin ze zelf gaan sterven. Tja, helaas hadden we met een kleine club vrienden bedacht dat het gewoon geen goed plan was. Dus wisten we op het allerlaatste momente een cruciaal ritueel component te stelen en uiteindelijk vluchtte ik hiermee weg van de rituele plek. Karijns primaire “Jezus wat dip!” hielp me beseffen dat mijn larp-fingerspitzengefuhl me even ontschoten was. Dus na een heel kort overleg toch maar even een kutsmoes bedacht om het component terug te brengen (insanity, komt soms onverwacht snel op). Ritueel kon voort, eind goed al goed.

Aan de ene kant natuurlijk een ‘duh’ voor mijzelf: plot-cruciale items stelen en verbergen is eigenlijk altijd dip. Aan de andere kant was dit het meest spannende moment van de 1927 setting: we waren echt even bang voor wat we onszelf aan gingen doen, en waren bereid daar ter plekke domme dingen voor te doen. Mijn conclusie: ik ben niet zo’n fan van de hele railroad ritueel constructie.
Toch ben ik erg te spreken over de larp als geheel. Niet alleen had het onvervalste schrik en doemgevoelmomenten, er was veel mooi spel en het voelde vaak heel echt. En dat is niet in het minste omdat zowel de 1927 als de 2011 setting tot in detail uitgewerkt waren. Kosten noch moeite zijn gespaard aan props en details:
– de medicijnen die iedere patient kreeg, waren in detail uitgewerkt.
– de medicijnen zelf waren ook te vinden de medicijnkast inclusief instructies over de werkingen en bijwerkingen. Iemand heeft serieus research gedaan.
– er was 1927 geld gemaakt (guldens) en ieder 1927 personage kreeg hier wat van. Ik geloof niet dat er veel mee gespeeld is, maar het maakte het wel echt.
– er was ook 2011 geld (EE euro’s) te vinden in het archief. Een grote enveloppe met zo’n 30-50 briefjes van verschillende denominaties. Krankzinnig, want hier is echt helemaal niet mee gespeeld.
– hoewel het maar matige indruk op me gemaakt heeft: er waren zeker 50 pagina’s random Necronomicon achtige tekst en plaatjes. Geen verder nut voor het plot, gewoon fluf. Omdat dat er bij hoort in een Cthulhu setting.

Ook het detail in het plot loog er niet om: tijdens de uittro werd er gepocht met briefings van 40 blz tekst voor de NPCs. Snif! (tijdens onze Dela specials hebben we speciaal onze instructies kort gehouden, lijkt me supergaaf om je NPCs te overladen met waanzinnig gedetailleerd plot ;) Ik ben dus gewoon stikjaloers, kudos aan de orga en NPCs.
Combineer dat met een fijne spelersgroep en je hebt een mooie larpherinnering. Geen perfecte horrorsfeer en zeker geen perfect hoofdplot. Maar wel de beste horrolarp die ik tot nu toe heb meegemaakt. Go team EE!

Read Full Post »